Klean is de afkorting voor 'klagen loont echt absoluut niet'. Het is de naam van een organistaie die mensen probeert te overtuigen dat er een groot verschil is tussen iets doen en niets doen, tussen 0 en 1. Dit klinkt misschien super logisch, maar als het om milieu en klimaat gaat, heb ik zelf ook de automatische neiging om voor de nul te gaan, lekker makkelijk.
Ze zijn er wel en ik ben er één van. Tussen mijn huis en de pont over het IJ is er altijd wel ergens iets van plastic op de stoep of in de berm te vinden, soms zelfs naast de prullenbak. Dan is het de kunst om over je eigen schaduw heen te stappen en het gewoon even op te rapen. Ik ken alle ja-maren zelf uit eigen ervaring. Ik heb haast, het regent, het is vast vies, waarom ik, wat maakt het uit? En de engste: "Als ik daar eenmaal mee begin, dan kan ik net zo goed ..." Het is een stuk eenvoudiger om te juichen over het initiatief van Klean, dan om echt zelf te bukken op straat en een leeg flesje op te rapen dat ik er zelf niet heb neergegooid. Gek is dat, dat stemmetje in mijn hoofd dat wil dat ik meteen alles 100% doe, dat ik dan meteen overal plastic op moet gaan rapen. Het enge is: dat zie ik nu ineens overal rondzwerven.
Toch ben ik het gaan doen en echt: ik voel me er een stuk prettiger door.
Peter Smith van Klean kan veel beter uitleggen dan ik wat het verschil is. Waarom het uitmaakt, onder meer in dit filmpje 'The power of one'
'Ga nou niet méér dan één flesje oprapen,' zegt Peter wel eens grappend, maar ook serieus. Want je gunt natuurlijk iedereen zo'n ervaring. Maar wel elke dag, dan wordt het normaal, automatisch gedrag. En precies daar gaat het bij mij fout. Er zijn van die 'Ja-maar' dagen, best veel, als ik eerlijk ben. Gisteren bijvoorbeeld. Druk, veel te doen, even snel naar de pont, het rode licht knippert al bijna en daar ligt het: HET flesje van de dag. Ik denk aan de klimaatdaad van de dag, dit zou wel een hele simpele zijn, ik vertraag mijn pas. Buk, het rode licht begint te knipperen. Ik neem het flesje mee en spurt het laatste eind. De pontbaas wacht. Tevreden laat ik het flesje in de afvalbak op de pont glijden. Op de terugweg maak ik een foto. Van het oprapen van nóg een flesje.
Sorry Peter, de volgende laat ik voor je liggen.