Een jaar verslag van dagelijkse klimaatdaden: elke dag één ding anders doen dan normaal, als dat beter voor het klimaat is. 365 dagen lang.
zondag 1 oktober 2017
Openbaar vervoer: een prima oplossing voor andere mensen
Echt, ik vind de trein prima. Ik woon vlakbij Amsterdam CS. Maar als ik er een goed excuus voor kan verzinnen ga ik het liefst met de auto. Voor mij op tafel ligt het bewijs dat een eigen auto sowieso een slecht idee is. Hans heeft het eens onder elkaar gezet, al onze autokosten: 45c. per km. kost het ons, afschrijvingen en reparaties meegerekend. Een ritje van 10 km kost dus al 4,50. En toch. De luxe om gewoon in te stappen en weg te rijden. Om alles los in de auto te gooien, niets netjes ingepakt in handige tassen en onderweg vage radioprogramma's te luisteren. Het is een rare 'guilty pleasure', want het kan in Nederland eigenlijk altijd best - soms zelfs beter - met de trein. Voor andere mensen.
Wat ik dan wel weer doe is ritjes aan elkaar breien. Mijn meesterbreiwerk breiend rijden was misschien wel afgelopen weekend. Wat een idioot weekend was en om het nog een beetje te overleven besloot ik dat het mocht, de auto. Altijd als ik - zoals nu - na zo'n weekend terugblik denk ik 'niet-meer-doen'. Maar goed, ik deed het wel en knoopte letterlijk de eindjes aan elkaar. Met de boordcomputer op 'optimaal' (wat iets vaags is tussen de snelste en de kortste route), reed ik op donderdagochtend bepakt en bezakt van Amsterdam Noord naar de Fruittuin van West, vlakbij Halfweg, waar ik stage loop als stadsboerin. Vandaar naar Schipluiden, onder Delft, om een lezing bij te wonen over een uniek landbouwproject in de Egyptische woestijn. Shit! Inlegzooltjes tegen hielspoor vergeten, na enig aarzelen toch weer terug naar Noord en vandaar naar Schipluiden. Waar overigens alle BD liefhebbers ook met de auto waren. Om half twaalf kroop ik in Delft in het studentenbed van mijn oudste dochter, waar ik om half vier wakker werd van haar thuiskomst (gezellig) en om half vijf van drie dronken huisgenoten die op haar deur bonsten (grappig, hoe lang geleden is dat?). Om half acht 's ochtends stapte ik weer in de auto op weg naar de Lier, ook vlakbij Delft, waar ik de hele dag monsterverhalen vertelde op een school. Omdat ik toch in de auto zat, besloot ik terug te rijden via Zegveld (bij Woerden) waar een proefveldje Cranberry's te vinden is, dat ik voor mijn opleiding graag wilde zien. Vandaar weer terug naar de Fruittuin van West voor een fijn feestje met pizza en verhalen vertellen en terug naar Amsterdam Noord.
Zaterdagochtend: Een sms van een vriendin, of ik even aan de overkant van de sluis de oude piepschuimplaten en pvc-rioolbuizen naar de container kan rijden (auto nodig), wat ik meteen combineer met mijn lessen op de DATschool en aansluitend vertellen bij het fort bij Aalsmeerderbrug. Ik heb niet eens uitgezocht of ze daar een bushalte hebben. Tenslotte vandaag - zondag - alweer naar de tuinen van West, voor optredens op het WestFest en in het Rijk vd Keizer, gecombineerd met boodschappen. Had met de fiets gekund, zeker, maar ik vreesde regen en wil niet als verzopen kat met door de regen uitgelopen mascara optreden. De auto staat er heel aanlokkelijk bij, en zo kan ik ook wat langer ontbijten met dezelfde dochter, die nu wel aanspreekbaar is.In de auto hoor ik op de radio een interview met veelrijders (boven de 40.000 km per jaar), die klagen over de regering die auto's steeds harder aanpakt en gebruikt als melkkoe. Treffende vergelijking, want net zo CO2-onvriendelijk.
De 1300-en-nog-wat kilometers die Hans intussen uitspaart door onze auto achter te laten en niet mee te nemen naar Frankrijk (hij wel, hij rijdt mee met anderen) ga ik ondanks het aan elkaar breien van ritjes toch opmaken, als ik zo doorga. Morgen ga ik dus echt wel op de fiets, regen of geen regen. Diep respect voor al die mensen zonder auto. Het kan, ik weet het. Andere mensen doen het en het is helemaal prima dat ze dat doen. Ik red dan weer courgettes van de composthoop en koop tweedehands rode laarzen op Marktplaats.
Zelfs al is het bizar duur: als het kan, neem ik de auto. Een auto hebben en er niet in rijden vind ik net zo moeilijk als een reep chocolade in de kast en daar vanaf blijven. Dus hoop ik stiekem dat de regering het autorijden nog iets duurder maakt, en het treinrijden nog veel goedkoper. Echt, dan doe ik het, vertel ik mezelf. Of zou ik dan toch nog steeds een goede reden kunnen verzinnen om de auto te pakken? Een premie dan, voor autobezitters die de auto laten staan? Daar gaat het toch mis, vrees ik. Ik kan best bedenken wat bij andere mensen vast wel zou werken. Maar of ik het zelf zou doen? Eerlijk?
Bij thuiskomst vanavond vond ik in de brievenbus een brief van de gemeente: de Tomos brommer die op mijn naam staat (maar bij mijn dochters in Delft in de gang staat) mag niet langer de weg op binnen de A10, vanwege luchtvervuiling. Kijk, dat zijn nog eens maatregelen. Lekker helder en er is geen ontsnappen aan. Niet fijn, verbieden, maar het werkt wel.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten