Een jaar verslag van dagelijkse klimaatdaden: elke dag één ding anders doen dan normaal, als dat beter voor het klimaat is. 365 dagen lang.
donderdag 31 augustus 2017
Appels en peren: kom maar halen
Alle voedseltips wijzen in één richting: wat je uit eigen tuin kunt eten is sowieso goed voor het klimaat. Wij boffen met onze vier stokoude perenbomen, die weliswaar lang niet altijd fruit geven, maar sommige jaren heel veel, zoals dit jaar.
Helaas - en dat vind ik echt zonde - elke keer àls de bomen peren geven, heb ik de volgende problemen, waardoor ik er toch niet veel mee doe.
- Ze hangen te hoog, dus de meeste vallen op het gras en die kan je dan sowieso niet gebruiken
- Ik pluk ze op het verkeerde moment, waardoor ze gaan rotten of melig worden
- Het zijn er teveel tegelijk
- De halsbandparkieten kennen onze tuin en eten halve peren op in de boom, of nemen alvast hapjes van de veel te jonge zure peren die er dan ook uit vallen.
Ik heb ook drie laagstam appelboompjes en twee laagstam kweeperen, wat is dat overzichtelijk. Plukken, opeten, klaar. Nou ja, kweeperen moet je wel gelei van maken, of taart, of een stofpot, maar dat is dan ook héél erg lekker, dus dat heb ik er wel voor over.
Appels eet ik zó, of ik maak er moes van. Drogen, sap maken, appeltaart, dat kan allemaal ook, maar dan heb ik weer meer tijd nodig.
De stoofperen gaan nog wel, ik maak er veel tegelijk en gooi wat zakjes in de freezer.
Het probleem met onze handperen is dat ze niet heel erg lekker zijn. Ze hebben een nogal sterke peersmaak, dus als het al gelukt is om ze op het juiste moment te plukken, van takken waar ik met een ladder bij kan, en ze zijn in een schaal op tafel rijp geworden en niet melig, dan zegt manlief toch 'Het is mijn smaak niet' en koopt hij watermeloen en nectarines bij de supermarkt.
Ik eet ze wel, en ik voer ze hem stiekem onder vanillevla en met hagelsag eroverheen, zodat je méér proeft dan alleen peer. Want mijn hart bloedt elke dag als we prima peren van het gras oprapen en op de composthoop gooien.
Afgelopen twee dagen hadden we de voormalige reisgids/hoteleigenaar/vriendin uit Ecuador te gast, Jean Brown. Eigenlijk is ze het hele jaar door bij ons, want als we koken en er blijft iets over zeggen we altijd 'wat zou Jean hiervan maken?' Zij gooide nooit iets weg, desnoods ging het naar de varkens, maar meestal verdween het in chutney, soep of taarten.
Dus Jean weet ook raad als het om een overdaad aan niet-zo-heel-erg-lekkere peren gaat, 'It's easy':
- Inkoken tot perenstroop: gewoon opzetten met schil en al, ook de klokhuizen en slechte stukken, rotte delen eruit snijden. Als alles zacht is door een pantykous, en dat weer inkoken tot stroop 'no sugar added', of drinken als sap. 'Great on cheese'
- Gelei maken, net als kweepeergelei, met een beetje verse munt 'add at the very end, when you pour it in the jars.'
- Vroege 'windfalls' (te klein en te zuur) raspen en gebruiken in chutney cake, 'I'll give you the recipe, very easy, no butter needed.'
- 'And I bet if you know how, you could make pear cider' Ja, dat zou heerlijk zijn.
Met Jean aan mijn zijde krijg ik er weer zin in, die peren.
Vandaag ga ik voor de makkelijkste: perenstroop.
Ik ben benieuwd hoeveel stroop je overhoudt na het inkoken van een pan vol peren
En hoeveel gas ik moet stoken, want rauw is natuurlijk eigenlijk het beste.
'No problem,' zegt Jean dan 'You can use a sun oven.'
Beste Jean, heb je al naar buiten gekeken?
Jean's leftover fruit & vegetable cake recept:
1 kop meel
1 kop suiker
1 ei (bij ons: uit de tuin)
3/4 kop olie (maisolie o.i.d.)
wat zout en bakpoeder (Jean weet hoeveel, ik denk een half theelepetje zout en een hele theelepel bakpoeder), kruiden naar smaak
1 kop 'whatever'
'Whatever' kan zijn: geraspte wortel, rozijnen en walnoten (worteltaart), geraspte courgette en chocolade, verse kokos en gember, maar dus ook: windfalls, te vroeg afgevallen appels en peren geraspt en dan kruiden met flink wat kaneel of speculaaskruiden.
Wie het ook wil proberen: kom gerust rapen of plukken, er liggen/hangen er nog genoeg
En wie niet zo van taart houdt, dit gelei recept vond ik.
maandag 28 augustus 2017
To fly or not to fly, that's the question
We schijnen veel meer korte vakanties en stedentrips te
maken dan ooit. Wat dat betreft bof ik natuurlijk ook enorm om in Europa te
wonen, met genoeg geld en vrije tijd en zoveel andere culturen onder
handbereik. Mijn korte vakantie was afgelopen weekend een reisje naar Engeland,
je zou het werk kunnen noemen: naar een weekend Teller Tales & Tradition
door Shonaleigh Cumbers, verhalen opzuigen in Emerson College, 60 km onder
Londen.
Londen, vroeger was het een stad hier heel ver vandaan, nu
vlieg je er zó heen. Maar ja, vliegen is niet echt klimaatvriendelijk begrijp
ik, zeker niet als je na het opstijgen meteen alweer begint met dalen. Dat is
ook meteen het verleidelijke, dat je er zo snel bent. De prijs is de andere
grote plus. Vanaf 28 euro vlieg je erheen, zeggen ze bij Cheaptickets.
Qua klimaatdaad van de dag besloot ik het toch anders aan te
pakken. “It’s not the destination that makes traveling interesting, it’s the journey” Het liefste reis ik per trein, dus daar kies ik voor. Ik woon met
uitzicht op Amsterdam Centraal en de magie om op een paar honderd meter van je
huis zomaar op een internationale trein te kunnen stappen heeft me al vaker de
trein doen nemen. Ik heb al eens de nachttrein naar Praag genomen, ik reisde
per trein naar Lille, Brussel, Antwerpen. Met TGV naar Parijs en Avignon, een
keer naar de sneeuw, onlangs nog naar Berlijn. Om één of andere reden stond Londen nog niet op mijn lijstje. Het leek me duur, ver, lang en teveel overstappen. Maar
uitgezocht had ik dat nooit.
Mijn weekend Emerson was een goede aanleiding. Vorig jaar
was ik er voor het eerst, voor een week, en toen was ik gaan vliegen, ik wist dus een beetje hoe en wat. Toen viel het wachten op de
luchthavens me tegen, en het wachten op de bus in ‘Three Bridges’. Ik krijg
vaak aanbiedingen van NS internationaal in mijn mailbox, maar helaas niet naar
Londen. Een treinreis Londen-Amsterdam op zondagmiddag bleek nogal populair/duur: 83 euro. Om dat te compenseren besloot ik vrijdag vroeg op pad te
gaan, om zeven uur vanuit Amsterdam. Dan lijkt de reis ook korter. Het scheelt flink: 59 euro Brussel-Londen. Ik heb ook nog even naar busreizen gekeken, maar dan ben je al snel 13 uur of langer onderweg
naar Londen, waar je nog een hele tocht voor de boeg hebt om in Emerson aan te
komen. Bovendien ben ik niet dol op de bus.
De reis plannen was een reis op zich: gewapend met
timetables, kaartjes en plattegronden
van diverse trein- en busmaatschappijen ging ik op pad. Ik durfde de
overstaptijden niet te krap te plannen, als alles volgens plan ging zou ik er
in tien uur kunnen komen, van veerpont tot voordeur. Van half zeven tot half
vier. Van de reis zou ik gaan genieten, was mijn plan. Dat viel op de heenweg
nog niet mee. Ik was bang aansluitingen te missen, ik zat steeds weer op
kaartjes en timetables te kijken, sleepte mijn tas op wieltjes en rugzak
zwetend achter me aan van perron naar perron, Brussel Zuid bleek niet veel
spannender dan een luchthaven. De underground een doolhof. De douanecontrole
hoort je natuurlijk het ultieme buitenlandgevoel te geven, maar ik vind het
hinderlijk. Ik stap liever binnen Europa over via een apart controlevrij Europapoortje,
nu moest mijn bagage alsnog door een scanapparaat en ikzelf ook., de politie
bekeek mijn paspoort, de douane en dus stond ik net als op een vliegveld drie
keer in de rij.
Mijn buitenlandgevoel kreeg ik wel door uit het treinraam te
kijken, naar Belgische bakstenen dorpjes, ik probeerde een glimp op te vangen
van ‘De vergeten straat’ van Louis Paul Boon in Brussel, ik genoot van de zacht glooiende Franse korenvelden en
natuurlijk de white cliffs van Dover (moet je wel héél goed kijken). Ik genoot
ook van de graffiti op de spoorbruggen, die er weliswaar overal ongeveer
hetzelfde uitziet, maar heel erg bevestigt dat je in een trein zit. Het echte
vrije gevoel van de reiziger kreeg ik pas op St Pancras Station. Ik was meteen helemaal
middenin London, ookal bleef ik binnen en onder de grond. Een prachtig oud
gebouw, Britse meisjes in snoepjeskleurige zomerjurken, de echte Londonse
Underground – Kings Cross, inclusief de bizar lange roltrappen en ‘Mind the
Gap’. Engelse eetwinkeltjes met Cornwall Pies, en op Victoria station voelde ik
me helemaal wereldburger toen ik met mijn vooraf betaalde afhaalbewijs uit een
automaat twee treinkaartjes trok naar ‘East Grinstead.’ Een beetje Harry Potter
op weg naar kostschool, zeker toen de dubbeldekkerbus me op stond te wachten en
de chauffeur speciaal voor mij stopte tussen twee haltes in. “It’s up that way.” Het mooiste stuk van de reis was de wandeling naar boven.
Om nóg meer een feest van de reis te maken besloot ik op de
terugweg mijn hoofd vaker buiten de deur van de stations te steken en ik
voorzag mezelf van een echt Engelse tea voor in de trein. In Brussel Zuid zat ik op het plein voor het station op een terrasje bij vallende avond, ik dronk roze bier en at
vlaamse friet, bewaakt door anti-terreur militairen en onder het borstbeeld van
de oprichter van de EU.
Thuisgekomen toch maar eens opgezocht wat het me gekost had
als ik wel naar Gatwick was gevlogen. Incl. reserveringskosten & ruimbagage
(want kampeerspullen) bij Cheapticket is dat 221 euro retour, want die 28 euro
is natuurlijk alleen maar op een dinsdagavond in november met handbagage. De trein Amsterdam-Londen retour was 228,-. Niet eens zoveel duurder als ik dacht. Aan
CO2 compensatie doen ze niet bij Cheaptickets, dus dat zocht ik op via
Greenseats: een retour Amsterdam-Londen
koop je af voor 2,60 euro voor 0,26 ton CO2. De afstand is 358 km hemelsbreed.
Je kunt trouwens ook treinreizen afkopen via Greenseats. Omdat de trein omrijdt
via Calais is de afstand heel wat langer: 624 km. Een retour per trein zal ongeveer
0,05 ton uitstoten en dat kan ik compenseren voor slechts 0,42 cent. Jeetje! In geld uitgedrukt is dat niets. 0,26 ton CO2 valt me
ook reuze mee, alhoewel het wel 5x zoveel is als de treinreis, die ook nog eens
twee keer zo lang is. Blijft over het Harry Potter gevoel. Het genieten.
Wat me op dat gebied nog dwars zat
van deze reis was de overstap in Londen: ver ondergronds lopen, en omdat ik
geen lokale OV-chipkaart (Oystercard) heb is het bizar duur, bijna 5 pond voor
vijf haltes. Dat moet anders en beter kunnen, leek me. Vanochtend in Amsterdam kwam ik erachter dat het inderdaad anders kan. Ik kan ook direct vanaf st. Pancras vertrekken en overstappen op een klein en overzichtelijk station aan de rand van Londen met diezelfde dagkaart. van 5 euro
Het beste is natuurlijk thuisblijven, maar in mei is er weer
zo’n weekend. Wie weet heb ik dan genoeg omgezet om weer een zakenreisje naar
Engeland te kunnen maken. Anders is dit hele onderzoek ook een beetje voor niets
geweest en dat zou jammer zijn. In vergelijking met 1x vliegen, kan ik nog 4x
met de trein. Ooit worden alle treinen CO2 neutraal, tot die tijd plant ik zelf
wel wat bomen in Frankrijk. Of wie weet, ga ik ooit het laatste stuk op de fiets, zo ver is 60 km nou ook weer niet.
Life is a journey, klimaatdaadvandedag ook. Het gaat niet om
het aankomen in het even, want het eindstation van het leven is bekend en die
schuif ik graag wat voor me uit. Het gaat om de reis, met uitzicht op een
veranderende wereld. En ik doe dat het liefste per trein.
donderdag 24 augustus 2017
Een ei is geen ei - fipronilvrij genieten
Het eierschandaal met Fipronil suddert maar voort. Vegans hebben daar geen last van, want die eten sowieso geen eieren en wij? Wij eten eieren uit de tuin. We hebben nu vier kippen - de toom is sinds juli op volle sterkte - en ik neem voor lief dat ze geen onderscheid maken tussen onkruid en ander kruid. Want alles uit eigen tuin is sowieso CO2-vriendelijk, één appelstroopblik zaad per dag en je krijgt er een seizoen lang hoogwaardig eiwit voor terug, zonder verpakkingsmaterialen en transportkosten. En zonder Fipronil. Ik kook één dag per week plantaardig, maar dus wel met ei, want anders krijg ik ze niet eens op.
Heel leuk die scharrelende kippen, helaas ben ik als stadsboer nu al mislukt, want één van die vier kippen zit na een maand nog niet bij de andere op stok. Ze komt alleen haastig ontbijten en dan verdwijnt ze weer. 's Nachts zit ze ook niet op stok en eieren ho maar. Ze mocht er eerst ook niet bij van de oudste twee kippen, maar toen ze zich zelfs met regen nat liet regenen 's nachts begon ik er toch het mijne van te denken. Die heeft misschien ergens een geheim nest met eieren.
Als een ware detective ben ik daarom de afgelopen dagen door de tuin gesluipen, vastbesloten de kip te betrappen en mezelf te bewijzen als echte stadsboer. Ik vond een perk dat wel heel erg omgewoeld was, een soort kippenpaleis. Maar geen nest, geen kip. De kip leek mij uit te lachen. Het ene moment zat ze onder te tuintafel en ik hield haar vanuit de keuken in de gaten via ons spionnetje. Maar even verdiepte ik me in mijn werk of 'hoep', weg kip.
Tot vanochtend. Na het zwemmen had ik prijs. Willy (zo heet ze) kwam pas laat ontbijten en haastte zich naar het perk waarvan ik al dacht dat ze zich daar schuil hield. Ik sloop er in mijn badpak achteraan en vond achter de brievenbus, in een woest bosje van rozen, daglelies en seringen een paar eieren op de grond liggen. Los, alsof iemand een mandje eieren had omgegooid.
Na het ontbijt ging ik er weer kijken, en ja hoor: daar zat ze, in een uiterste hoek. Ze leek net zo'n kip op een paasmandje. Die paar eieren die zo losjes in het perk lagen waren uit haar overvolle nest gerold. Een prachtexemplaar, gebouwd van gras en eieren, Willy kan zo op voor een competitie nestbouwen voor stadskippen. Bovenop drie verdiepingen ei zat ze. Als een ware kippenfluisteraar tilde ik haar opzij, ze liet me versuft mijn gang gaan.
Ik heb het nest ontmanteld en alle losse eieren ook geraapt. Totaal zijn het er zesendertig. Nu komt de klimaatdaad pas, want ik denk dat de meeste mensen zo'n vieze mand met eieren meteen zouden weggooien. Ik niet. Uit Ecuador kende ik nog de truc waarmee je kan testen of eieren rot zijn: leg ze in water, en als ze drijven zijn ze rot. Zie ook deze test van gezonde tips.
Er dreef er geeneen. Misschien is een grasnest wel de perfecte manier om eieren goed te houden. Omdat we vanaf nu elke dag minstens vier eieren gaan eten, kom ik er sowieso wel achter, want ik breek ze natuurlijk stuk voor stuk open en een oud of ranzig ei herken je echt wel. Dat weet ik ook nog van Ecuador, helaas. Datumstempels geven een ei maar 14 dagen, geloof ik, en de oudste zal dus zeker 36 dagen oud zijn, maar daardoor laat ik me niet op voorhand ontmoedigen. Ik zocht verder en dat bracht me op de fascinerende site van de Preppers. Mensen die zich voorbereiden op klimaatrampen. Op hun forum over eieren leerde ik dat je eieren langer goed houdt door ze in te smeren met olie, of waterglas. Dan kan je ze zelfs wel een jaar goed houden. Over drie verdiepeingen grasnesten wordt niet gesproken, maar als ik over een dag of zeven mijn laatste eitje van de eierberg eet, en niet dood ben, dan zal ik die als tip toevoegen.
maandag 21 augustus 2017
Stadslandbouw, hoe werkt het echt
Ik doe elke dag iets voor het klimaat, maar ik deel niet alles op deze blog. Ik heb bijvoorbeeld niets geschreven over de dag dat mijn buurman vertelde dat hij stage ging lopen bij de Tuin van West, de pluktuin in Amsterdam-West en hoe we bedachten dat het het onderzoek waard zou zijn om te kijken of we niet hier, voor de deur, tijdelijk een pluktuin van Noord kunnen beginnen op het bouwterrein van de Noord-Zuidlijn. Daarna bleek dat het niet alleen een stage was, maar een echte opleiding. Een part-time opleiding stadslandbouw aan de Warmonderhof bij Dronten.
De dag dat ik de hele website over die opleiding gelezen heb, vond ik ook nog niet echt het vermelden waard als klimaatdaad. Bovendien was er die dag een andere daad leuker om over te schrijven.
Ook de dag dat ik me heb ingeschreven voor die opleiding, heeft de blog nooit gehaald, dat besloot ik ineens in een opwelling één dag voor de vakantie. Iets in me riep 'nu'.
Vandaag werd het echt, daarom verbreek ik nu de stilte. Ik had een afspraak met Wil Sturkenboom (zie foto) over het lopen van stage bij de Tuin van West en na volgende week begin ik. Fruit en groente kweken, maar dan echt goed en niet zo'n beetje rommelen. Tuin aan Zee, Relais a la Rive en wie weet - ook de Voortuin van Noord komen in een volgende fase terecht. Ik ben al jaren gegrepen door het idee van stadslandbouw, eten kweken ìn de stad. Leven en eten met de seizoenen en geen appels uit Chili, maar uit Amsterdam. Ik eet al honing uit eigen tuin dankzij Inke de buurtimker, alleen zijn die bijen elke keer weer verdwenen. Dankzij onze zomeroppas Fleur, die een hele freezerla vol bramen plukte, kon ik twintig potten bramenjam maken. Toch is dat is allemaal 'ernaast'. Wil maakt er echt een bedrijf van en ik ga leren hoe dat moet.
Ik loop al veel te lang 'lekker te rommelen' en in mijn eentje peren te plukken, bramen te snoeien en jam te koken. Samen met anderen te leren hoe je een èchte stadslandbouwer wordt lijkt me leuker en in de stad zeker ook steviger: een collectief is een betere gesprekspartner voor de gemeente. Ik kwam meteen al op het terrein bij Wil een buurvrouw van om de hoek tegen die ook dezelfde opleiding gaat volgen, zodat we nu al voor de ene dag per week dat we naar Dronten moeten reizen met drie man één auto kunnen delen.
Hoezo is dit goed voor het klimaat? Uiteindelijk - en dat gaat verder dan mijn ene eigen tuin - kan eten uit de stad op heel veel manieren CO2 besparen: minder transport, als je de fiets pakt 0 CO2, minder opslag, als je tenminste méér met de seizoenen eet en wie weet door meer bewustzijn over voedsel ook minder verspilling. Ik las een artikel over een man die rond zijn voordeur en op zijn balkon en dakterras per jaar 1000 kg fruit en groente teelt. Wauw. Waarom niet? Ook goed voor een plantaardiger levensstijl.
Het is terug naar de schoolbanken, maar het voelt niet zo. Het is eerder een soort van thuiskomen tussen de appels en frambozen. 'En als je wil kunnen we het verhalen vertellen ook als activiteit aanbieden op de site,' zegt Wil aan het einde van het gesprek. Zo komt alles samen. Tuin, verhalen, samenwerken, stadslandbouw. Alles op fietsafstand.
Alles, behalve Dronten dan. Die CO2-uitstoot stoppen we er nog even in.
vrijdag 18 augustus 2017
Doe -het-zelf, voor mannen die zich afvragen of je het zelf moet doen (en vrouwen)
Mijn klimaatdaden van de dag hebben nogal eens een vrouwelijke invalshoek: schoenen, koken, schoonmaken, afwassen. Hoe zorg ik voor mezelf èn voor een beter klimaat? Onder degenen die deze blog volgen zijn ook mensen die daar kritisch naar kijken en van twee van hen kreeg ik deze week hetzelfde artikel uit de Guardian toegestuurd: het nut van doe-het-zelven op het gebied van klimaat wordt daarin op zijn zachtst gezegd in twijfel getrokken: 'Neoliberalism has conned us into fighting climate change as individuals.
Jammer, want ik wilde net wat fijne mannenpraat over doe-het-zelven delen, met harde cijfers. Bijvoorbeeld over de lijnolieverf die we net hebben gekocht: net zo goed alsof beter dan carbolineum, en uit een fabriekje in Groningen: Ecoleum. Of over de oude waterpomp die na zeven jaar alsnog verkocht werd en weer gebruikt gaat worden, over de externe harde schijf die al jaren niet gebruikt werd en toch al die tijd stroom trekt door de adaptor op het stopcontact. Maar nu dit artikel: futiel en zinloos lijkt het allemaal en het lijdt ook nog eens de aandacht af van waar het echt om gaat in de wereld van het klimaat. Want grote bedrijven en door hen beïnvloede overheden (denk: Trump of in Nederland: VVD), die schijnen in hun vuistje te lachen. Terwijl wij druk bezig zijn om ons persoonlijke leven klimaatvriendelijker te maken, stoten zij alleen maar méér CO2 uit. Mooizo, lekker bezig Wiltink, aandacht afgeleid.
Het neoliberalisme preekt vrijheid als het allerbelangrijkste wat er is, en zadelt ons tegelijkertijd op met verantwoordelijkheidsgevoel en schaamte omdat we zelf, ieder voor zich, klimaatdaadje na klimaatdaadje, dit probleem moeten oplossen en dat maar niet wil lukken. Terwijl de 100 bedrijven die 71% van de uitstoot veroorzaken frank en 'vrij' kunnen doorgaan met uitstoten. Wat we wel moeten doen, aldus het artikel, is collectief in actie komen.
Ik heb het artikel nu drie keer gelezen, omdat ik het gevoel heb dat er iets niet helemaal klopt in de redenatie. Het raakt me. Het eindigt met de uitsmijter 'Dus neem vaker de fiets en kweek een paar worteltjes, want daar word je vrolijker en gezonder van, maar stop met obsessief individueel groen gedrag en start collectieve actie tegen de grote bedrijven.
Waarom dit voor mij niet klopt? Ik denk hierom
- nu ik bewust en dagelijks bezig ben met klimaatdaden, kom ik er ook pas achter wat er collectief anders en beter moet/kan. Zoals: vlees, vliegreizen, benzine en ander CO2 producerende aanschaf mag van mij veel duurder worden, of zelfs op de bon. Groene acties, aanschaf electrische auto's en fietsen, isoleren woningen en van het gas af, tweedehands goederen, eten uit de buurt, dat mag allemaal zichtbaar en voelbaar makkelijker en goedkoper worden. Dat kan ik niet zelf voor elkaar krijgen, dus stem ik op een partij die dit ondersteunt, en als ik ergens een petitie kan tekenen doe ik het.
- vele kleine individuele daden zijn samen ook één collectieve daad. En soms staat één persoon aan het begin van zo'n collectieve actie. Toen niemand meer Buckler kocht nadat Youp van 't Hek het belachelijk had gemaakt, ging Buckler eruit. Overigens is alcoholvrij bier er intussen wel gekomen, maar toch. Dat de vegetarische slager een succes is, is ook omdat mensen het kopen.
- ik praat nu veel makkelijker en vaker over klimaat en klimaatdaden. Niet omdat ik geloof dat mijn persoonlijke daden het grote verschil gaan maken, dat geloof ik eigenlijk helemaal niet, maar wel omdat dit is wat IK kan doen. Bovendien weet ik vaak niet hoe ik, ikzelf, het beste kan handelen en op deze manier kom ik daar steeds beter achter.
- Als ik aan een collectieve actie deel kan nemen en ik zie dat dat effect heeft: graag, vertel me waar en hoe en ik ben er. Dat vind ik net zo goed een klimaatdaad. Ik zou alleen even niet weten waar en hoe. Maak het concreet en ik sta klaar.
- Overtuigend vond ik een vrouw die ik laatst sprak en die altijd voorop had gelopen bij allerlei protestacties tegen het grootkapitaal. Ze was nu bosbouwer in Spanje geworden. Waarom? Had dat soort collectieve actie geen zin? Ze werd en heel gefrustreerd van, zei ze. Tot ze zich realiseerde hoe ze zelf zou reageren als er tegen haar geprotesteerd zou worden: 'Je moet veranderen, je mag dit niet doen!' Dan zou ze zelf ook gauw een andere kant opkijken. Dus collectieve actie: graag. Maar dan wel in dialoog, en ik zou zo 1-2-3 niet weten hoe ik aan die tafel kan aanzitten.
- Neoliberalisme vind ik eng en ik geloof totaal niet dat ik vanzelf vrij zal kiezen om 'goed' te consumeren, daarvoor zijn de krachten te groot en ben ik te makkelijk manipuleerbaar door marketeers en mijn eigen gemakzucht. Anders kiezen ìs hard werken, fouten maken, en leren van die fouten. Dat lukt mij alleen door dwang, die er nu niet is, of door er voor mezelf een spel van te maken. Vandaar dat ik daarvoor kies. Dat is ingewikkeld genoeg en ik word er niet blij van als mensen het belachelijk maken en afdoen als 'vaker de fiets nemen en worteltjes kweken.'
- Mensen die heel hard roepen dat obsessie met individueel gedrag zinloos is, waar zijn ze bang voor? Dat ik daardoor collectieve actie niet zal ondersteunen, of te druk ben om in actie te komen? Waar ik bang voor ben is het omgekeerde. Dat sommige van die mensen denken: het collectief moet het doen, wat het individu doet maakt niet uit, dus laat ik nog ff lekker naar Cuba of Italië vliegen, nu het nog betaalbaar is. Dit 'druppel-op-de-gloeiende-plaat'denken is volgens mij even gevaarlijk als het 'ik-moet-in-mijn-eentje-de-planeet-redden' gedachtes. Het is is niet het één OF het ander. Het is alle hens aan dek, iedereen een emmer en zet vooral óók de pompen aan. De kans dat je de knop van de pomp vindt, lijkt me een stuk groter als je op zoek bent naar een emmer, dan als je op het zonnedek gaat zitten wachten op collectieve actie van een ander.
Daarom ga ik morgen gewoon door met klimaat-doe-het-zelven. Mijn haar wassen met een shampootablet. Peren eten uit eigen tuin. En volgende week met de trein naar Engeland, ookal kost dat veel meer tijd en geld. Niet omdat ik er vrolijker of gezonder van word, maar bewuster en strijdvaardiger. Omdat ik het geen onzin vind. Wie weet kom ik onderweg wel die ene ondernemer of politicus tegen die in dialoog wil hierover. Blijf me daarom bestoken met ideeën, shampootabletten, artikelen en meer. Houd me wakker.
Of lees dit artikel uit de Correspondent over wat het uitmaakt als je iets doet.
maandag 14 augustus 2017
Zingen tijdens de afwas
"Je kunt beter een zuinige afwasmachine nemen dan met de hand afwassen." In Frankrijk wassen wij alles met de hand af, en daar zijn altijd gasten die dit beweren. Vooral zij, die bij de afwas helpen. Terwijl ik daar, waar wij de tijd hebben, afwassen best leuk vind. Gezellig, zo'n teiltje met sop. "Hebben jullie geen afwasmachine? Dat is beter voor het klimaat dan al dat afwassen, hoor." Ik vroeg me af: is dat wel zo?
Ik ging vandaag als klimaatdaad van de dag op onderzoek uit en de eerste bron waar ik op stuitte was een site van het wereld natuurfonds, die kennelijk direct kopieert van haar grote broer in de VS, want daar hebben ze het over afwassen onder een lopende kraan. Waaat? Ja, dan gaat het hard, natuurlijk. Wij - Hollanders - doen dat niet. In Zuid Amerika deden we het wel, maar dan met koud water en zonder zeep. Er bestaat dus zoiets als een afwascultuur per land, per familie misschien wel. Hoe doen wij het?
In Amsterdam hebben we een teiltje èn een machine. Een fijne vergelijking van die twee, die wat meer uitgaat van de Nederlandse situatie vond ik op: 'duurzaamthuis.nl'.
Ten eerste vergelijken ze daar ook het maken en vervoeren en weer verwijderen van teiltje en machine. Dat wint het teiltje, die gaat zeker zo lang mee als een machine, qua vervoer passen er honderden teiltjes qua gewicht in één machine, qua productie is een teiltje veel CO2-vriendelijker. Het recyclen is ook veel simpeler, èn je kunt het ook nog eens voor veel meer zaken gebruiken, zoals de handwas, zieke huisgenoten, rapen van appeltjes van het gras etc. En wij kopen teiltjes ook nog eens meestal tweedehands (zie foto; de tweedehands markt in Lissabon) Dat is dus 1-0 voor het teiltje, zelfs als je de afwasborstel, afdruiprek en theedoek ook meerekent.
Dan het afwassen zelf:
- Spoelen: spoel je voor of niet? Ligt er veel saus, puree of jus op de borden, dan spoelen we die om voordat ze in het teiltje gaan. De meeste mensen doen dit met schoon water uit de kraan. Wij ook, eerlijk gezegd. Maar dat hoeft niet: vang het water op dat wegloopt terwijl je wacht op warm water voor je teiltje, of het water waarin je de pasta hebt gekookt, dan kan je daarmee super goed voorspoelen. Voor wie twee spoelbakken heeft is dit simpel te doen. Wij hebben dat niet, maar gebruiken wel kookwater van de pasta om de sauspan vast om te spoelen. Vroeger hadden we bij mij thuis een hond die de pannen en borden aflikte, wat volgens mijn moeder niet vies was, omdat de machine heel heet afwaste. Ook een visie, en misschien woog het warme water dat ze uitspaarde wel op tegen de hogere temperatuur.
- Teiltje: Hoe groot is het teiltje en hoeveel sop gaat erin? Een klein teiltje en weinig sop maakt dat je kunt afstemmen op de hoeveelheid afwas. Een afwasmachine kun je zo vol mogelijk laden. Dus doen wij geen pannen en ruimtevretende kommen in de afwasmachine. Een afwasmachine gebruikt per programma (wat dus ook veel uitmaakt) een bepaalde temperatuur en hoeveelheid water. Je kunt er méér of minder poeder in doen, maar afwasmiddel is geloof ik wel beter voor CO2 en milieu. Wij hebben trouwens een klein afwasmachientje. Dat scheelt ook, want dan doe je eigenlijk vanzelf vaker iets met de hand. En weh hebben ecover afwasmiddel en een klein teiltje. Oh ja: in de zomer krijgen we het door de zon opgewarmde water toch al niet weg met douchen, dus het opwarmen van warm water kost ons geen CO2. Wauw.
- Afdrogen: de machine doet het met hete lucht (= energie = CO2) en de teiltjesafwasser laat de afwas drogen aan de lucht (= lekker makkelijk) of met de theedoek. Dat wint dus het teiltje sowieso, want ik ben fervent aanhanger van het aan de lucht laten opdrogen. Er zijn kennelijk ook mensen die naspoelen, maar dat is echt onzin, lees ik op internet.
- Afwasbestendig: Kunnen je spullen ertegen? De onze niet allemaal. Houten spullen doe ik er sowieso niet in, verzilverd bestek gaat ook niet echt lekker en sommige antieke schalen durf ik niet aan. Maar fervente aanhangers van de machine kopen uiteraard bij de hema wat er wel tegen kan en doen de rest de deur uit.
- Mopperen of zingen: als je gaat kijken naar reacties op internet, dan gaan die het meest over de sociale component. Mensen hebben een hekel aan de afwas, of ze zien het als dé kans om gezellig te kletsen terwijl je iets doet. Zingen wordt niet veel genoemd, maar dat kan ook: tweestemmig zelfs.
Voor mij persoonlijk ben ik eruit: Ik ben niet dol op afwassen en gezellig kletsen doe ik liever bij de thee. De kleine machine staat er toch al, en die stouwen we goed vol. We doen een half tabletje waspoeder erin en wassen op lage temperatuur en snel. Daarnaast hebben we een teiltje voor pannen, kommen, hout en bestek. Voorspoelen in de zomer is geen punt, ons warme water komt dan opgewarmd en wel uit de zonneboiler.
In Frankrijk komt de machine er niet in. Voorspoelen met koud water geen punt: het komt daar uit de bron. Warm water komt in voor- en najaar van de houtkachel (CO2 geen probleem), in de zomer van het gas, dus daar moeten we nog iets op verzinnen. Het gesprek over wel/niet een afwasmachine hoeven we niet meer te voeren. De afwasploeg mag bepalen wat er gezongen wordt en door wie. Dankzij I-tunes hebben we vele fantastische zangers die ons graag bijstaan tijdens de afwas, van Stef Bos tot Adele. En als de afwassers zelf zingen mag daarover niet gemopperd worden.
Vandaag ga ik nu iets meer genieten van de dingen die ik wèl met de hand afwas, en dat lijkt me al pure winst. En ik zal erbij zingen. 'Er is toch niets zo gezellig, als samen de afwas doen'
Laten we gauw ook het afwaslied downloaden: https://www.youtube.com/watch?v=NxHdwkHI6-A (I'm not ambitious, but I love dishes) of deze schattige: https://www.youtube.com/watch?v=f7cc-es7tOI (baby do the dishes with me) of de Nederlandse Nits: 'Doing the dishes'.
zondag 13 augustus 2017
Ik weet niet zo precies waar de schoen wringt...
Hebben jullie dat ook? Dat als je er echt over na gaat denken, dat je het dan helemaal niet meer weet. Dat is het nadeel van mijn klimaatdaad van de dag. Dan lijkt de schoen ineens op zoveel plaatsen tegelijk lijkt te wringen. En dat is niet niks in mijn geval: ik denk dat ik alles bij elkaar honderd paar schoenen heb. H-o-n-d-e-r-d. Tien paar slippers en vijf paar kaplaarzen inbegrepen. Misschien overdrijf ik, want ik heb ze nooit geteld. Het kunnen er ook een paar meer zijn. Van elk paar weet ik nog waarom ik ze kocht, vaak ook waar, en hoe blij ik er mee was. In dan heb ik niet eens van die extravagante hoge hakken of glitterschoenen. Schoenen zijn voor mij zoiets als chocolade: het liefst puur, ik geniet ervan, kan moeilijk zonder en ik wil altijd nóg een stukje.
Voor het klimaat is het het beste om geen spullen te kopen die je niet nodig hebt, schoenen dus. En zeker geen leer, alweer: schoenen. Toch heb ik drie paar gekocht en ik vind het nog een klimaatdaad ook. Laat ik het uitleggen. De twee linker paren op de foto had ik echt nodig, ze vervangen de rechter paren.
Van wit naar zwart
De witte zweedse muilen die ik in 1982 kreeg van huisgenoot José Hofland die op de OK werkte, ze had nieuwe nodig. Vijfendertig jaar droeg ik ze, de laatste tien alleen in de tuin en nu zijn de zolen door. Vervangen door uiterst links: zwarte Franse klompjes die ik voor twee euro kocht op een vide grenier in Frankrijk. Ik heb het leer ingevet, en er voor vijftien euro zolen onder laten zetten, dan gaan ze vast ook weer vijfendertig jaar mee.
Van lek naar heel
De gebloemde laarsjes waren ooit heel leuk en kleurrijk, een mens met tuin moet leuke lage laarsjes hebben. Helaas na één maand nam ik ze mee op schoolkamp van de school van mijn kinderen. Eén van de jongens had een snee onder zijn voet of zoiets en leende mijn laarsjes tijdens de zogenaamde beekwandeling. Echt waterdicht zijn ze nu niet meer (wat voor kaplaarzen wel een soort eis is) en de afgeschraapte kleuren maken ze ook niet meer vrolijk. Wel denk ik altijd aan de beekwandeling en het jongetje, Yoni, inmiddels een echte man. Daardoor verving ik ze nu pas, na tien jaar, door zwarte lage laarsjes links, ook tweedehands uit Frankrijk. Ter ere van de klimaatdaad van de dag en van Yoni en José wilde ik ze vullen met aarde en er leuke plantjes in zetten, maar dat mocht niet van Hans. Dus beide in de Kliko, gelukkig weet ik dat het restafval omgezet wordt in warmte waardoor een hele wijk in Noord gasvrij warm wordt deze winter. Maar misschien klopt deze manier van denken niet zo erg...
Van daar naar hier
Dan is het het derde paar. Dat paar schoenen spaart een hele reis naar Griekenland uit. Toen ik twintig was kocht ik in Athene een paar Griekse sandalen, wat toendertijd geheel niet in de mode was. Na vijfentwintig jaar was ik dringend aan nieuwe toe, en die kocht ik toen ik opnieuw naar Griekenland ging, bijna dezelfde. Die leende ik ook uit, voor een toneelvoorstelling die ik regiseerde over de Argonauten. NIET UITLENEN, fijne schoenen. Iason raakt in dat stuk één sandaal kwijt en 'oh noodlot', ik ook. Vijf jaar dacht ik dat ik hem wel terug zou vinden, maar nee. Elke keer kom ik in mijn kast die ene eenzame sandaal tegen. Elke zomer wil ik ze weer aan. En nu kan het zònder zelf naar Griekenland te reizen. Ik ontdekte de website Etsy en bestelde handgemaakte leren Griekse sandalen. Volgende week zijn ze af, dus ik heb er nog geen foto van. Je kan ze wel bekijke via deze link Die sandalen moeten natuurlijk ook kilometers maken, maar dat stoot vast bij lange na niet zoveel CO2 uit als wanneer ik zelf zou gaan. Ze zijn van leer, mar van die ienie-mini dunne bandjes. Zie je wel, nu raak ik alweer in verwarring. Wie de schoen wringt, trekke hem aan, of zoiets.
donderdag 10 augustus 2017
Klimaatdaden aan de oever van de Saône - het kan (een novelle)
Belofte maakt schuld, hier is het dan: een klein boekwerk over klimaatdaden in Frankrijk. het was grappig om te doen en goed om op te schrijven. Want alleen zo kom ik erachter dat het me gelukt is. Het is makkelijk om te denken 'Oh ja, ik heb vandaag vast al wel iets gedaan dat ok is voor het klimaat.' Nu moest ik elke dag opnieuw erover nadenken. Voor wie erbij was: excuus als het teveel en te vaak over klimaat ging, deze vakantie. Je ziet op de foto: we hadden gewoon elektrisch licht en we waren ook met de auto. Maar we hadden ook lampen op zonne-energie, we dronken muntthee uit eigen tuin en maakten een leemoven van eigen leem. Wat de meest besparende daad was, is moeilijk te zeggen. Wat de grootste klimaatmisdaad was? Misschien wel die auto. Of het gras maaien met de motormaaier. Of het warm douchen, of een uur lang jam koken op een gasfornuis. Daar gaat het in dit verslag allemaal niet over. Het gaat over wat ik wèl deed, waardoor ik meer dan ooit geloof dat kleine daden uiteindelijk een groot verschil kunnen maken.
Voor wie nog op vakatie is of gaat: wie weet heb je nog aanvullende of andere ideeën, ik hoor ze graag. En als je ergens in het document iets tegenkomt wat je helemaal onzin vindt, dan wil ik het ook graag weten
Hier vind je de PDF, lukt dit niet met klikken, stuur me een mail op nancy@tuinaanzee.nl en ik stuur hem je graag
woensdag 9 augustus 2017
De vakantie was nog nooit zo snel voorbij - en toch is ie er nog helemaal
Gisteren: regen op de snelweg. Met een kar vol gekregen stookhout rijden we terug naar Amsterdam, een extra passagier op de achterbank. Onderweg bezoek aan vrienden in België en we ruilen een potje zelfgemaakte jam tegen een vers geoogste pompoen. Vandaag: weer regen en het is herfstig weer, koud, grijs regenachtig. Ik heb de belastingaangiftes nog maar net open gemaakt of ik krijg het eerste telefoontje over werk. Gelukkig nog geen vergaderingen of echt urgente zaken. Daarom maak ik een belofte van voor de vakatie waar: een essay over alle vakantie-klimaatdaden. Wauw - zeven pagina's. De tekst is af, maar ik wil er morgen nog één keer fris naar kijken en ik stoei nog met de omvang en de foto's, ik heb teveel leuke. Maar een klimaatdaad is het zeker, dit essay schrijven. Ik krijg er rode konen van (zie foto) Het is nu al een super leuke manier om nog even niet echt aan het werk te gaan. Verheug je maar vast op een lekker lang vakantieblog, morgen komt ie. Eerst tassen leeghalen, bramenstruik leegplukken, peren van het gras rapen, morgen meer.
Laat maar vast weten waar je nieuwsgierig naar bent, wie weet staat het erin en zo niet, dan kan ik misschien die ene regel nog toevoegen. Ga ik daarna weer over tot de dagelijkse klimaatdaad en het schrijven daarover.
Abonneren op:
Posts (Atom)