zondag 9 juli 2017

Een maand later: trekken aan een dood paard of een koppige ezel?


Een maand later, oftewel dertig klimaatdaden-van-de-dag verder. Ik begon onbezonnen met zomaar één daad op één dag: een plons in de zwemvijver in de vroege ochtend: een koude douche. Daarna ging het redelijk vanzelf. Ik was toch al heel erg met het onderwerp bezig, al helemaal omdat ik in opleiding ben voor klimaatcoach bij Klimaatgesprekken, maar zelf doen was vaak toch moeilijk. Waarom eigenlijk? Schaam ik me? Vind ik het onbelangrijk? Ben ik bang voor reacties van anderen? In dit jaar probeer ik daar achter te komen door het te doen.

Natuurlijk red ik hiermee niet ineens in mijn eentje het klimaat, het zwemmen in de zwemvijver is de druppel die al gauw verdampt op een gloeiende plaat, een plaat die steeds heter wordt. Zelfs al zou het me lukken om van 15 ton op de gewenste 3 ton CO2 per jaar uit te komen - onder meer door komende weken naar Frankrijk te fietsen op een geleende fiets, zelfverbouwde aardappels en mais te eten en noooit meer iets nieuws te kopen - dan zijn er nog genoeg andere mensen die kriskras de wereld overvliegen voor hun vakanties, die lekker een grote biefstuk nemen als ze uit eten gaan en een inloopkast vol kleren en schoenen bij elkaar shoppen. Ik maak me wat dat betreft geen illusies. Zodra ik me wel illusies maak zijn er voldoende mensen in mijn omgeving die me meteen ontnuchteren: 'Denk je nou echt dat wat jij doet iets uitmaakt?' Om me vervolgens - heel irritant - te vertellen wat ik allemaal nog niet doe. Misschien hebben ze gelijk. Misschien is zelf, in je eentje iets doen wel trekken aan een dood paard.

Maar wat ontdek ik deze maand: ik ben niet in mijn eentje. En daardoor voel ik mij reuze gesterkt. Ik blijk vrienden te hebben die ook experimenteren met havermelk, ik ontmoet koffieverkopers in het station die me een kwartje korting geven als ik aan kom zetten met mijn jampot, er staan nog her en der pressurecookers op het fornuis en gesprekken over dat fornuis, of we toch niet over moeten stappen op inductie, zijn niet van de lucht. Inplaats van dat ik imagoschade oploop, vinden mensen het leuk. In elk geval: leuk om erover te lezen hoe ik ermee worstel. Want worstelen is het wel, als ik eerlijk ben. Alsof ik een koppige ezel mee moet zien te krijgen. Mijn standaardgedrag is een stuk makkelijker dan verandering. Ik dacht dat ik reuze flexibel en aangepast was, maar er zijn toch meer dingen die ik niet doe, dan dingen die ik wel doe. Hans vindt dat geweldig en is de grootste tip-aanbrenger: heb je dit al geprobeerd? Kan je daar niet over schrijven? De koppige ezel in me zet weer één stap, of zegt 'nee, ik heb vandaag al een proefrit op een electrische fiets gemaakt'.

Een vriendin waarschuwde me dat die ezel je op termijn ook nog eens flink kan gaan schoppen, het 'backfire effect'. Na dertig klimaatdagen zou ik wel eens veel grotere klimaatmisdaden kunnen gaan bedrijven doordat ik er schoon genoeg van krijg om me zo aangepast te gedragen, en zoveel commentaar te krijgen. Dat ik de kont tegen de krib gooi en last-minmute naar Thailand vlieg. Het valt nog mee, met dat terugslageffect. Er gaan zelfs dagen voorbij waarop ik meer dan één klimaatdaad op mijn geweten heb. Ik moet eerder oppassen dat ik geen zendeling word. Want door zo met het klimaat bezig te zijn, ben ik me ook veel beter bewust hoeveel er nog nodig is om echt iets te veranderen aan CO2-uitstoot en klimaat. In een cultuur waar nieuwe technologie en nieuwe trends volgen de norm is, is het lastig om te blijven nadenken en een eigen pad te kiezen. Maar door het te doen, en er een sport van te maken, lukt het toch. Mede dankzij dit blog, en de reacties erop. Wat dat betreft kan ik van de ezel op de foto nog wat leren, die vooral even stil ging staan om naast het pad wat gras en klaver te eten, ook al was dat volstrekt niet de bedoeling.

Nog elf maanden, 335 dagen. Zoveel tips kan Hans vast niet geven, elke tip is daarom welkom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten