Een jaar verslag van dagelijkse klimaatdaden: elke dag één ding anders doen dan normaal, als dat beter voor het klimaat is. 365 dagen lang.
vrijdag 30 juni 2017
Terug naar de jaren zestig: pak vaker de pressure cooker
Het schijnt dé grote angst van de klimaatverandering te zijn: angst voor verlies aan comfort. We willen wel iets doen voor het klimaat, maar het moet niet onze levensstandaard aantasten. Daarom is het geloof in technologie als redmiddel ook zo wijdverspreid, want technologie belooft de CO2-uitstoot te verminderen, maar we kunnen gewoon op het huidige comfortniveau doorgaan.We willen geen truien aan, we willen niet stoppen met vliegen, we willen geen grijs recyclepapier of kriebelende sokken. En al helemaal niet kleiner wonen met minder 'gadgets'.
Ergens in die discussie las ik dat we dan terug zouden moeten naar een welvaarstniveau zoals het was in de jaren zeventig. Ik weet niet waar die uitspraak precies op gebaseerd was, misschien wel op de wereldwijde CO2 uitstoot in de jaren zeventig, en dan zegt het meer over verandering van comfort in Zuid-Amerika of Azië, dan over ons, hier, in Nederland. De angst schijnt trouwens te zijn dat we terugvallen op een comfortniveau uit de middeleeuwen. Helemaal back to basic, slapen op strozakken en koken op houtvuur.
De jaren zeventig waren mijn middelbareschooljaren. Wat waren de verschillen?
- We waren thuis met zes, vier kinderen. Klimaat speelde geen rol in die keus voor een groot gezin. Alles was dus veel en groot, bij ons thuis, van boodschappen tot auto's.
- Mijn ouders hadden geen idee van klimaat of CO2, we woonden in een groot en tochtig dertigerjarenhuis. Al het licht was altijd gezellig aan en dat waren allemaal peertjes van 60 watt of meer. Isolatie of dubbel glas was onbekend. Het enige waar mijn ouders wat aan deden was tochtbestrijding. Geen CO2 winst
- Ze lieten weinig verbouwen aan het huis, en voegden ook geen garage of serre toe. de keuken werd regelmatig geschilderd, maar een groot deel van de inrichting is nu nog zoals het toen al was. Nieuwe meubels werden alleen aangeschaft als de oude stuk gingen, of als een kind uit zijn bed groeide, of ze kwamen uit een erfenis. Dat lijkt me wel klimaatwinst ten opzichte van hoe mensen nu met hun huis omgaan.
- We gingen op vakantie naar Frankrijk, kamperen bij een boer op zijn landje. Of zeilen met de houten boot van mijn vader. Daarnaast gingen we in de herfstvakantie met een vriendin van mijn moeder en haar vier kinderen naar een huisje of kampeerboerderij ergens in Nederland. Toen ik zelf op vakantie ging, was dat op fietsvakantie of interrail. Groot klimaatverschil met wintersport en vliegvakanties die nu gewoon zijn.
- We woonden vlakbij het werk van mijn vader, die desondanks wel altijd met de auto ging (want een heer), en mijn moeder had een Renault 4 waar we soms ook nog vriendjes in propten, mijn jongste broer en zus zaten regelmatig in de kattenbak. We fietsten naar school. Klimaatwinst? Ik denk het niet.
- Spullen en kleren kopen deden we niet heel veel. Mijn moeder maakte soms nog kleren, repareerde sokken. We kregen één paar winterschoenen en één paar zomerschoenen, en op vakantie 'trippertjes' (plastic slippers). Ze liet oude stoelen bekleden en rieten stoelen opnieuw matten. Dat was toen betaalbaar. Apparatuur was minimaal: een pick up en een radio en een telefoon in de gang, in de jaren tachtig kwam er pas een spelcomputer en een electrische typmachine. In de keuken alleen een broodrooster en een handmixer. Wekkers werden nog met de hand opgewonden en de klok in de gang ook. Witgoed was er wel allemaal, en natuurlijk in de zitkamer prominent de televisie.
- Eten was misschien wat klimaatvriendelijker: Kant en klaarmaaltijden of gemaksvoedsel hadden we niet of zelden, friet, soms. Seizoensgroente- en fruit was sowieso normaal. Op zondag één biefstuk die mijn vader in plakjes need en dan kregen we allemaal drie plakjes. Wat gehaktkruim op de ovenschotel, halve karbonaadjes en het toppunt van BBQ was een spies met paprika, champignon en hier en daar een blokje vlees. Kaas en melk waren echter niet aan te slepen bij ons thuis. Joris Driepinter had zijn werk gedaan, dat was zuivelreclame van een ventje die drie glazen melk per dag dronk en daar heel sterk van werd. Zelfs op school dronken we melk die we meekregen in een tupperware beker. Hoe het rook als die open ging in je tas weet ik nog.
Nee, we zullen verder terug moeten om klimaatverschil te maken. Begin jaren zestig was ik echt klein. Toen hadden we nog een kolenkacel in de zitkamer (gaan we niet naar terug), kampeerden we op Terschelling, maakte de naaister van mijn oma zomerkleertjes, was er nog geen tv, geen afwasmachine, één 2CV, en gebruikte mijn moeder nog de pressure cooker om gas te sparen, en eigenlijk vooral om tijd te sparen. Zij was zelf een kind uit de jaren dertig, in die tijd werd in de VS de eerste pressure cooker voor thuisgebruik uitgevonden. Ook toen vooral om tijd te sparen.
Een pressure cooker? Vroegen mijn vriendinnen. Voor wie het ook niet weet: op wikipedia staat de uitleg en geschiedenis. Het was in de jaren zestig dat ik zong 'Het regent, het zegent, de pressure cooker wordt nat.' Want pannetjes, daar deed mijn moeder niet aan. Tijd sparen klinkt nu gek, met al het voorgekookte en gebakken voedsel. Maar we hebben het hier over de tijd van droge bonen en taaie groente. De tijd die we nu weer terug zien komen: plantaardig eten kan nauwelijks zonder bonen, en bonen achter glas of in blik hebben niet de voorkeur. Groente uit de moestuin is heel wat steviger dan groente uit de kas. Vesre bietjes koken duurt eindeloos, in een pressure cooker is het goed te doen. Mijn klimaatdaad van de dag is om eindelijk die kooktabellen eens uit te printen:
http://www.dekooktips.com/techniek/snelkook/snel-peul.htm en
Dus terug naar de vorige eeuw, terug naar de pressure cooker. Eerlijk gezegd was dit vorige week maandag al mijn klimaatdaad van de dag, toen ik op mijn veganistische maandag kikkererwten ging koken voor een salade. Oh ja, die moeten heel lang in water wellen. iets, wat ik nooit op tijd bedenk. Ineens herinnerde ik me de truc uit de tijd dat we in Zuid-Amerika woonden. Je bespaart flink op de tijd dat je gedroogde bonen of peulen moet laten wellen door ze een uur of twee in warm water te laten wellen, dat doe je al in de pressure cooker, en daarna gaat de pressure cooker nog een half uurtje op klein vuur. Kan klimaattechnisch nog beter als je die kikkererwten wel op tijd laat wellen natuurlijk.
Belangrijke winst: het is lekkerder dan glas of blik, en meestal flink goedkoper.
Een nadeel is dat je niet in de pan kunt kijken. Het duurt daarom even voordat je dit koken onder de knie hebt, je kookt al snel te lang en dan is alles pap. Gelukkig staan er lijstjes op internet: aardappels 3 minuten, sperciebonen alleen op druk brengen is al genoeg, gewelde bonen 10 minuten. En sowieso ideaal voor soep, dat kan bijna niet te lang.
Trouwens: we gaan niet terug, naar geen enkele tijd, Dat is tegen elke natuurwet. We gaan vooruit, wat er ook gebeurt. We kunnen zoeken hoe we comfort opnieuw gaan uitvinden. Comfort is ook een hangmat in de zon, of een arm om je schouders.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten