zondag 18 maart 2018

Paddenstoelenzaad, spinaziezaad en metaforisch zaad



Vandaag begon als tuindag. De tuin ontwaakt uit zijn winterslaap, dacht ik toen ik de zon zag, tijd om aan de slag te gaan. Begin maart hielp ik mee bij de organisatie van 'Reclaim the seeds',  waardoor ik zaad genoeg had. Zaad te over. Helaas is de grond ineens weer stijf bevroren, waardoor ik alleen maar een paar grote takken uit de appel- en perenbomen heb gesnoeid en het zaaien zich beperkte tot plannen maken: wanneer kan ik de spinazie zaaien? Of zal ik ze toch vast in potjes binnen op de vensterbank opkweken? Paddestoelensporen uit Litouwen haeb ik ook. Ik wil ze dolgraag bij de wortels van de bomen ingraven, maar dat kan volgens de man uit Litouwen pas als de grond minimaal twee weken 8 graden warm is. Dus niet.

Tuiniers en moestuiniers, wie van jullie herkent dit? Elke keer trap ik er weer in. Ze zijn zo klein en veelbelovend, die zakjes zaad. Wie wel eens moestuintjes van Albert Heijn heeft gezaaid zal er vast ook mee te maken hebben gehad. Zo schattig, die potjes op de vensterbank.
Zaad van de ene plant is echter niet zaad van de andere plant. Eigenlijk heeft elk zakje zo zijn eigen zaaiadvies. Maar nu de lente in de lucht zit, wil ik ze eigenlijk allemaal tegelijk zaaien. Daar begint de voedselverspilling al, mijn geklooi met zaad. Er zijn prachtige zaaikanlenders, die uitgaan van de maanstanden,ik denk dat hun grootste winst is dat tuiniers daardoor worden gedwongen tot wachten.
Wachten op warmere grond. Wachten op meer licht. De lente zit in de lucht, maar nog niet in de grond. Ik houd zo een hele moestuin in mijn handen. Een tuin, die wacht.

Ik beperk me daarom tot metaforisch zaad. Ik vertel straks in het verhalencafé Gember en Citroenen nog maar weer eens mijn eigen versie van de Lorax, dat eindigt met zaad als hoop voor de toekomst. Één zaadje, helemaal aan het eind van het verhaal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten