dinsdag 13 juni 2017

Plantaardig of diervriendelijk: that's the question


Mijn oma was al vegetarier vóór de oorlog, niet vanwege het klimaat, maar ze was ervan overtuigd dat dat beter was voor de gezondheid van haar kinderen. Of het zo is weet ik niet, één van haar kinderen stierf door van het dak te vallen, één aan kanker en mijn moeder is still going strong op haar 81e. Misschien heeft mijn oom stiekem worst gegeten bij vriendjes, of was het toch de hongerwinter die roet in het eten gooide. Mijn oma at ook appels met klokkenhuis en al, ze voerde mij vet met milkshakes toen de foodies nog niet eens geboren waren en marmite stond standaard op tafel vanwege de gezonde gisten. Mijn moeder was niet zo strict, maar ik groeide daardoor wel op met hutspot met gebakken ei, zuurkool met rozijnen en boerekool met kaas. Toch stierf mijn oma op haar 61e.
Toen ik zelf kinderen kreeg zijn we  biologisch vlees gaan eten. Dat was niet vanwege het klimat, wel tegen de bioindustrie. In Ecuador hadden we schattige zwarte varkens in de tuin en lag varkensvlees er helemaal uit, toen we kippen kregen was er een korte kip-vegetarische periode, maar die was ook gauw weer over. We aten sowieso weinig vlees, ongeveer drie keer per week. Alleen Hans at bergen harde worst in de vakanties, ter compensatie waarschijnlijk. Eén van de dochters is sinds ze uit huis is helemaal vegetarisch. Iets van mijn oma's idealisme  heeft doorgewerkt.
Wow - nu blijkt dat dus helemaal fout: schaap en rund - wat wij dus juist wel aten af en toe - scheten heel veel methaan de lucht in, kip en varken kan je klimaattechnisch beter eten, vandaar mijn broodje mortadella laatst, maar liever allemaal niet. Bovendien is vegetarisme al niet meer genoeg: ineens zit ik in een omgeving met steeds meer jonge veganisten. Die eten liever klimaatverantwoord, dan  dat ze stoppen met vliegen. Een keus die ik helemaal begrijp.
Maar veganistisch eten? Ik kon het niet. Dacht ik. Mijn weerstand was een mix van geitenwollesokkenfobie, voorkeur voor makkelijk, fan van melk en kaas, en daardoor wantrouwde ik het effect sowieso. Plantaardig eten leek mij net zo min 'aardig' als diervriendelijk vlees echt 'vriendelijk' is. Maar oké, ik werd uitgedaadgd door dit blog te schrijven tot een vegan maandag. En dan hoefde ik van mezelf alleen 's avonds vegan te koken.
Dom genoeg had ik me totaal niet voorbereid, wel geestelijk, maar niet qua boodschappen. Ineens was het maandag. Zoals altijd als ik niets heb gekocht keek ik in de keukenkastjes en de ijskast en vond daar:
een zak gele maistorilla's, een paar oude tomaten, een bakje kersentomaten, een zakje veldsla, twee precies goed rijpe avocado's, wat half vergane bosuitjes en gewone rode ui, een nogal oud blikje zwarte bonen, een 35% korting potje ananasstukjes, een rode peper die al aan de waslijn te drogen hing en een citroen.
Ook vond ik creme fraiche en geraspte kaas, maar die mochten dus niet. Helaas geen koriander, geen vegetarisch vlees, maar de rest was toch eigenlijk helemaal goed. Aldus geschiede. En ik kwam er meteen achter wat ik wèl leuk vind aan veganisme: je kookt weer eens wat anders. Misschien dat ik volgende week ga experimenteren met zeewier en kwallen. Oh nee, kwallen zijn dieren. Dan aubergine gefrituurd in een beslag van bier en meel. Daar heb ik nu al zin in. Ingewikkeld is het wel, helemaal tegen het idee in dat ik van makkelijk houd. Lekkere recepten welkom, makkelijke ook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten